Lof van het lezen!
Een post van Erik Hertog, afdeling Keerberen, oorspronkelijk gepost op de website www.princekeerbergen.net
Sandra Langereis, Erasmus. Amsterdam: De Bezige Bij, 2021.
Tijd om nog eens een goed en belangrijk boek aan te bevelen. Aangezien er zijn al meer dan voldoende recensies verschenen zijn in dagbladen en tijdschriften, hou ik het daarom hier voor de Prince-vrienden bij 3 persoonlijke redenen waarom ik dit een echt goed boek vind.

Eerste reden, de taal. Niet die van Erasmus, maar die van Langereis. Een prachtig, vlot, soepel, rijk en modern Nederlands, een plezier om te lezen. Het stuwt het boek vooruit doorheen wat in essentie toch complexe en moeilijke onderwerpen zijn, klassieke filologie en theologische disputen. Af en toe (alhoewel eerder zelden in dit meer dan 700-pagina dikke boek, maar toch) heeft de auteur de neiging om de stijl iets te ‘cool’ te kleuren met Engelse woorden, dat was m. i. niet nodig, want de rijkdom van het Nederlands waarmee dit brede historische canvas wordt geschilderd is verbluffend.
Tweede reden, alhoewel dit natuurlijk een biografie van Erasmus’ leven en werken is gooit Langereis op quasi elk moment van zijn leven de ramen open en geeft ze ons de achtergrond waartegen alles zich afspeelt: de universiteiten – vooral Parijs en het ‘norse’ Leuven komen aan bod - , het Engelse Hof, het kloosterleven in Nederland, de grote drukkerijen in die tijd, mecenassen en vijanden en ‘aartsvriend’ Thomas More, reizen doorheen Europa, Thomisme (denk aan Umberto Eco!), de broeders van het gemene leven, enz. Al deze perspectieven tonen hoe Erasmus geworteld was in zijn tijdsgewricht, ze verklaren zijn handelen en denken. In de plaats van de eerde kleurloze, misschien zelfs saaie, wat geïsoleerde figuur in vroegere biografieën, lees je hier over een man die hardnekkig zijn overtuigingen nastreeft in een zeer complexe realiteit, politiek, intellectueel, filologisch en theologisch. Langereis maakt van Erasmus een uitermate boeiende persoon omdat hij zo intensief inter-ageerde met vriend en vijand!
Derde reden. Hier moeten we het dan even hebben over het werk van Erasmus. Zijn werkkracht was fenomenaal. Postuum werd het uitgegeven in 4 dikke folium banden, 10.000 pagina’s filologische arbeid. Zijn basisidee was dat de Bijbel, de brieven van de apostelen of commentaren van kerkvaders, het neergeschreven werk was van mensen en dat doorheen de tijd de bronteksten gecorrumpeerd waren door vertaal- en interpretatiefouten. De meest cruciale tekst in dit verband was natuurlijk de Latijnse ‘Vulgaat’ bijbel in de vertaling van Hieronymus, die in Erasmus’ tijd een onaantastbare quasi goddelijke status had. Erasmus maakte op basis van Griekse grond- en bronteksten een nieuwe ‘correcte’ vertaling van het Nieuwe Testament uit het Grieks in het Latijn maar, zoals te verwachten was, stuitte dit op hevige weerstand van de conservatieve theologen. Zij vonden veel van zijn vertaalinterpretaties ketters en zijn werk kwam uiteindelijk in een aantal landen op de ‘Index’. Maar zijn kennis van Latijn en Grieks, en de kritische, rationele filologische methode die hij hanteerde, waren werkelijk verbluffend, revolutionair. Tussen de decennia werk aan zijn Novum Testamentum (eerst voorzichtigheidshalve ‘Instrumentum’ getiteld) vertaalde hij Griekse literatuur, gaf Latijnse auteurs opnieuw uit, verzamelde Griekse en Latijnse zegswijzen en spreekwoorden, schreef taalboeken en schotschriften en een eindeloze reeks brieven, richtte het Collegium Trilingue op in Leuven met geld van Busleyden, en wie kent niet de Lof der Zotheid. Langereis gaat met een indrukwekkende eruditie diep en grondig in op zijn werk, op de filologie zowel als de theologische implicaties van zijn religieuze vertalingen – het boek telt zo’n 75 bladzijden noten en aantekeningen - maar, ik herhaal het nog maar eens, het blijft boeiend, het wordt zelfs spannend!
Nihil obstat, zou ik zeggen, om dit boek eens te lezen.
P.S. Langereis is ook de auteur van De Woordenaar. Christoffel Plantijn, 's werelds grootste drukker en uitgever. Volgens Kurt Van Eeghem een "prachtig geschreven portret van Plantijn zoals we hem nog niet kenden" en voor de Prince-vrienden een ideale aanvulling bij het recente Noord & Zuid nummer over Plantijn.